Operatie in borstholte voor longkanker (VATS of thoracotomie)

Inleiding

Deze webpagina geeft u algemene informatie over de operatieve behandeling voor lonkanker.

longchirurgie_6

Voor dat u verder gaat is het verstandig om eerst de pagina Longchirurgie Algemeen te lezen.

Als u deze pagina’s reeds doorleest voorafgaand aan het bezoek aan de chirurg zijn vele vragen reeds beantwoord en hebt u meer profijt van de aanvullende informatie van uw chirurg.

Alhoewel de procedure in principe op standaardwijze wordt uitgevoerd is het goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. De behandeling kan in uw geval afwijken van de informatie in deze brochure.

Ook een grote longoperatie kan tegenwoordig door middel van een kijkoperatie worden uitgevoerd: de zogenaamde Video Assisted Thoracic Surgery ofwel VATS-procedure.


Chirurgische behandeling afhankelijk van type longkanker

Elk jaar wordt er in Nederland bij ongeveer 8.000-9.000 mensen longkanker vastgesteld. Voor de behandeling van longkanker is het van groot belang een onderscheid te maken tussen twee groepen:

  • Kleincellige longkanker (Small Cell Lung Cancer (SCLC)); ongeveer 20-25% van alle nieuwe gevallen van longkanker in Nederland. Het merendeel is het gevolg van roken. Dit type longkanker (SCLC) komt vrijwel nooit in aanmerking voor een chirurgische behandeling omdat de tumor op het moment van diagnose meestal reeds is uitgezaaid. De prognose van dit type longkanker is meestal zeer slecht (enkele maanden). De behandeling bestaat meestal uit chemotherapie al of niet in combinatie met bestraling. Dit type longkanker wordt op deze pagina NIET besproken.
  • Niet-kleincellige longkanker (Non-Small Cell Lung Cancer (NSCLC)); ruim 80% van alle nieuwe gevallen van longkanker waarbij mannen in de meerderheid zijn (4 van de 5 patienten). Er bestaat een lichte daling in het aantal nieuwe gevallen van longkanker bij mannen. Desalniettemin is longkanker bij mannen nog steeds de belangrijkste doodsoorzaak door kanker. Bij vrouwen neemt het aantal nieuwe gevallen met longkanker daarentegen iets toe. Waarschijnlijk komt dit door het rookgedrag.

Behandelingsmogelijkheden bij longkanker

Wanneer de diagnose longkanker wordt verwacht of definitief is zal uw longarts en chirurg uw behandelplan met u doornemen. Het behandelplan is afhankelijk van waar de tumor zich bevindt, en in welk stadium de kanker zich bevindt. Het stadium is gebaseerd op de grootte van de tumor, het type kankercellen wat gevonden is, en of de tumor uitzaaiïngen heeft. In een vroeg stadium kan het zijn dat er een klein gedeelte van de long aangetast is. In latere stadia kan het zijn dat de tumor uitgezaaid is in de rest van de longen of elders in het lichaam via de lymfeklieren. Zodra het stadium is bepaald kan het beste behandelplan opgesteld worden. Samen met uw longarts en chirurg kan u besluiten welk behandelplan het beste bij u past.

Er zijn in principe drie manieren beschikbaar om longkanker te behandelen. Het is goed mogelijk dat één of meerdere combinaties van deze drie onderstaande mogelijkheden het beste behandelplan voor uw situatie is.

  • Chirurgie: hierbij wordt door de chirurg een gedeelte of gehele long verwijderd om de kanker te bestrijden
  • Radiotherapie (bestraling): hierbij worden kankercellen vernietigd door bestraling
  • Chemotherapie: hierbij worden medicijnen gebruikt om de kankercellen te bestrijden

Criteria om voor een longoperatie in aanmerking te komen: lees meer…


Tumorstadium en prognose: lees meer…

Voorbereiding voor de ingreep

  • Voorafgaand aan de ingreep heeft u op advies van uw chirurg alle eventueel noodzakelijke onderzoeken (bv bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) ondergaan en heeft u tevens indien noodzakelijk andere specialisten (bv cardioloog, internist) bezocht zodat u veilig onder narcose kunt.
  • Wanneer u rookt, is het verstandig daar onmiddellijk mee te stoppen.
  • Laat uw chirurg weten welke medicijnen u gebruikt (ook de medicijnen die u bij de drogist haalt, zoals bijvoorbeeld aspirine) en vraag uw chirurg of u deze tot aan de operatie moet innemen. Vergeet niet te vermelden aan uw chirurg of u homeopathische middelen gebruikt en zo ja, welke.
  • •U mag vanaf middernacht voorafgaande aan de ingreep niets meer eten of drinken (nuchter blijven) tenzij anders is bepaald door uw chirurg.

Anaesthesiologie (narcose)

De anesthesioloog zal tijdens uw bezoek aan zijn/haar spreekuur de mogelijkheden met u doorspreken. Met algehele narcose wordt u in slaap gebracht en merkt u niets van de ingreep. Een epiduraal catheter (een klein slangetje in de rug) kan ingebracht worden voor extra pijnbestrijding wanneer verwacht wordt dat dit na de operatie noodzakelijk is. Het kan dan ook zijn dat een slangetje in de blaas wordt ingebracht (blaascatheter) om ervoor te zorgen dat tijdens de ingreep de urine via dit slangetje wordt afgevoerd. Ook is het mogelijk dat u tijdens een ingreep pijnstilling krijgt in de vorm van een zenuwblokkade, ofwel: medicatie die de pijnprikkels vanuit de zenuwen tijdelijk blokkeert.

De verschillende operatietechnieken:

De feitelijke operatie aan de long is afhankelijk van de plaats en de uitgebreidheid van de longkanker. Hierbij kan een gedeelte van een longkwab of een gehele longkwab worden weggenomen (lobectomie) en soms een gehele long links of rechts (pneumonectomie) inclusief de aangrenzende lymfeklieren.

Het wezenlijke verschil zit hem in de wijze waarop de longen worden bereikt:

  1. de "open procedure" (thoracotomie) waarbij de borstkas ruim wordt geopend tussen de ribben door:
    • de klassieke/conventionele thoracotomie waarbij de spierlagen worden doorgesneden en naderhand opnieuw aan elkaar vastgehecht
    • de spiersparende thoracotomie (zie onder)
  2. via een kijkoperatie: VATS-procedure (Video Assisted Thoracic Surgery)

1. De conventionele chirurgische procedure: de thoracotomie niet spiersparend versus spiersparend

Sommige foto’s op onderstaande pagina kunnen confronterend zijn.

2. De kijkoperatie / VATS-procedure

In plaats van het ruim openen van de borstkas wordt de toegang tot de borstholte verkregen door middel van meerdere kleine sneetjes tussen de ribben. Via deze sneetjes worden kleine smalle buisjes geschoven. Door deze buisjes een kleine camera en diverse kleine instrumenten (schaartjes en tangetjes) met een lange steel naar binnen geschoven. De chirurg kan de handelingen volgen via een beeldscherm.

Deze techniek zorgt voor een sneller herstel en winst snel aan populariteit. Helaas is deze techniek niet bij elke longkanker mogelijk. Daarnaast moet er meestal 1 iets grotere insnede gemaakt om de long met tumor door naar buiten te halen.


Mogelijke risico’s en complicaties

De mogelijke risico’s en complicaties van een thoracotomie zijn:

  • De (geringe) risico’s die gepaard gaan met algehele narcose
  • Wondinfectie
  • (na)bloeding
  • Longontsteking (pneumonie)
  • Lekkage van lucht in de borstkasholte, hierdoor kan het noodzakelijk zijn dat u langer in het ziekenhuis opgenomen blijft.
  • Verslechtering van de hartconditie, als er al hartproblemen bestonden
  • Een bloedprop in de aderen (trombose) of een bloedprop in de longen (longembolie).

Informatie voor familie en/of naasten

Deze gehele procedure vanaf vertrek van de afdeling tot terugkeer op de afdeling neemt ongeveer 2 tot 5 uur in beslag.

Na de ingreep gaat de patiënt eerst naar de uitslaapkamer (verkoever) en eventueel naar de intensive care of medium care. Nadat de patiënt wakker is, zal u hem/haar kunnen bezoeken.

Wees voorbereid op wat u gaat zien, de patient zal omgeven zijn met slangen en een monitor om zijn/haar toestand te bewaken. De patient kan nog erg slaperig en bleek zijn, en kan een opgezwollen gezicht hebben. Dit is volkomen normaal na deze ingreep.

Het is goed mogelijk dat de medicijnen die de patient krijgt tegen de pijn tegelijkertijd sufheid en vergeetachtigheid als gevolg hebben.

Herstel in het ziekenhuis

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoever) waar uw conditie nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Vandaar gaat u naar de intensive care of medium care en vanuit die afdeling gaat u naar uw eigen afdeling. Gedurende deze periode krijgt u pijnstilling zodat u zich beter voelt en makkelijker kunt ademhalen. Het kan zijn dat de fysiotherapeut u ademhalingsoefeningen geeft om ademhalen makkelijker te maken na de ingreep en u makkelijker te laten bewegen. Het verblijf in het ziekenhuis na een thoracotomie verschilt van patiënt tot patiënt, meestal is dit een week of langer.

Direct na de operatie

Wanneer u ontwaakt uit de narcose voelt u zich in eerste instantie suf en koud, en misschien heeft u dorst. Wanneer u nog steeds de beademingstube in uw keel hebt zal u nog niet kunnen praten. U zult slangetjes in uw borstkas hebben die vocht, lucht en bloed uit uw borstkas afvoeren. Tevens hebt u een infuus waardoor vocht en medicijnen worden toegediend. Een monitor houdt uw hartslag, bloeddruk en het zuurstofgehalte in de gaten. Het kan zijn dat u één of meerdere dagen verblijft op de intensive care van het ziekenhuis om u speciale en intensieve zorg te geven en uw conditie zorgvuldig in de gaten te houden. Daarna gaat u weer terug naar de afdeling waar u in eerste instantie opgenomen was.

Pijnstilling

Zodra het mogelijk is zullen de verpleegkundige en fysiotherapeut u helpen met het rechtop zitten in bed, het uit bed komen en het lopen. Om het bewegen zo comfortabel mogelijk te maken krijgt u pijnstilling. Deze pijnstilling kan gegeven worden door een verpleegkundige of u krijgt een speciaal apparaatje waarmee u zichzelf pijnstilling kan toedienen wanneer u het nodig heeft. Indien u tijdens narcose een epiduraal catheter (ruggeprik) heeft gehad, kan het zijn dat het kunstof slangetje nog een paar dagen in uw rug blijft zitten om op die manier pijnstilling te kunnen toedienen.

Ademhalingsoefeningen

Zo spoedig mogelijk na de operatie zal de fysiotherapeut u ademhalingsoefeningen met u uitvoeren om uw longen zo schoon mogelijk te houden en uw spieren te trainen om zo complicaties na de operatie te voorkomen. Deze oefeningen, die u in sommige gevallen reeds voorafgaand aan de operatie hebt geleerd, bevatten onder andere ook de spirometrie. Hierbij krijgt u een plastic apparaatje met een slangetje en een mondstuk waarbij het de bedoeling is dat u zoveel mogelijk lucht in- en uitademt als mogelijk is. Andere oefeningen zijn onder andere diep in-, en uitademen, hoesten en ademhalingstechnieken. U zult worden gevraagd deze oefeningen met tussenpozen gedurende de gehele dag te doen.

Bewegingsoefeningen

Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis zal de fysiotherapeut met u bewegingsoefeningen doen. Deze oefeningen helpen u om uw spieren te strekken en weer aan te sterken aan de kant waaraan u geopereerd bent. Dit zal helpen om uw schouder vrij te kunnen blijven bewegen. U krijgt ook oefeningen mee naar huis om uw herstel te bespoedigen.

Ontslag uit het ziekenhuis en naar huis

Voordat u met ontslag gaat zal uw chirurg de resultaten en de eventuele uitslagen van de operatie met u doornemen. Indien u verdere behandeling nodig heeft, zal dit besproken worden. U krijgt een controle afspraak voor het poliklinische spreekuur van uw chirurg.

Het herstel thuis

Gedurende de eerste weken na uw herstel zal u dagelijks een beetje aansterken. In het begin kan het ademhalen niet prettig aanvoelen en kan u kortademig zijn, maar dit wordt geleidelijk beter. Zorg ervoor dat u het rustig aan doet, en rust uit wanneer u moe wordt. De chirurg en verpleegkundige in het ziekenhuis kunnen u vertellen wat u zoal wel en niet kan en mag doen gedurende deze periode.

Uw operatiewond

Uw chirurg/verpleegkundige zal u vertellen wanneer uw weer mag douchen. Indien u weer mag gaan douchen moet u ervoor zorgen dat u de wond met lauw water en een milde zeep wast. Ga vooral niet hardhandig te werk in het operatiegebied. Het is overigens geheel normaal dat u bloeduitstortingen, jeuk, pijn of een doof gevoel heeft in het operatiegebied voor zeker een aantal weken na de ingreep.

Medicatie

Indien u pijnmedicatie voorgeschreven heeft gekregen, neem deze dan zoal de chirurg u aangeraden heeft. Wacht vooral niet totdat de pijn verergert voordat u de medicijnen neemt. Het is goed mogelijk dat u ook andere medicijnen voorgeschreven heeft gekregen en neem deze volgens recept. In een aantal gevallen kan het zijn dat ook zuurstof voor u geregeld is of moet zijn.

Terug naar uw activiteiten

Vermijd activiteiten die spanning geven op uw geopereerde gebied (zoals bijvoorbeeld zware tuinwerkzaamheden of zwaar tillen) gedurende 6 tot 8 weken na de operatie. Gedurende deze tijd kan u wel gaan wandelen om uw bloedsomloop te stimuleren, uw longcapaciteit op peil te houden en te vergroten en aan te sterken. Indien u pijnstilling heeft voorgeschreven gekregen zal het makkelijker voor u zijn om gedurende activiteiten met minder pijn adem te halen. Het kan zijn dat u een aantal weken enigszins kortademig blijft. Dit is volkomen normaal en wordt met de tijd zal dit minder worden. Zodra u zich beter gaat voelen kan u rustig aan meer activiteiten gaan uitvoeren.

Wanneer moet u contact opnemen met uw chirurg

U dient vervroegd contact op te nemen met uw chirurg/verpleegkundige wanneer de volgende symptomen zich voordoen:

  • Erg rode wond, lekkage van vocht uit de wond
  • Plotselinge, ernstige kortademigheid
  • Plotselinge scherpe pijn op de borst
  • Koorts (hoger dan 38.3 graden Celcius)
  • Erg snelle hartslag, hartkloppingen
  • De follow-up met uw chirurg

U krijgt een afspraak voor het poliklinische spreekuur van uw chirurg na de ingreep. Gedurende deze afspraak zal de chirurg uw herstel beoordelen. Meerdere afspraken op de polikliniek kunnen daarna volgen. Indien u verdere behandeling nodig heeft, zal dit tijdens deze afspraak ook besproken worden of gecontroleerd.

Surgipoort dankt collega G.P. Gerritsen, chirurg uit het TweeSteden Ziekenhuis te Tilburg/Waalwijk voor zijn grote bijdrage aan het samenstellen van deze pagina en collega Mw. dr. W.H. Schreurs, chirurg uit het Medisch Centrum Alkmaar, voor informatie en beeldmateriaal mbt de spiersparende thoracotomie.

Terug naar boven