Bevolkingsonderzoek

De uitslag van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker

Inleiding

borstkanker landkaart

In deze beknopte brochure vind u informatie over de uitslag van de borstfoto (mammogram) die u hebt laten maken naar aanleiding van de oproep tot deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.

Als u de brochure stap voor stap doorleest bent u beter geïnformeerd over de gang van zaken nadat u door het bevolkingsonderzoek er uit bent gehaald om nader onderzoek te laten verrichten.

Het is belangrijk u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven omdat de organisatie van de mammapoli in elk ziekenhuis kan verschillen. Over het algemeen wordt overal uiterste inspanning geleverd om te voldoen aan de landelijke richtlijnen van het NABON (Nationaal Borstkanker Overleg Nederland).

Als u tussen de 50 en 75 jaar oud bent krijgt u iedere 2 jaar ongeveer twee weken voor de geplande afspraak een schriftelijke uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. In Nederland werd de screening uitgevoerd door negen screeningsorganisaties (zie roze landkaart).


Door fusie en reorganisatie zijn al deze stichtingen nu ondergebracht in 5 screeningsregio’s (zie hieronder).
Voor meer informatie klik op het logo van uw regio hieronder:

bob regio noord bob regio oost bob regio zuid bob regio zuidwest bob regio mid west
logo noord logo oost logo zuid logo zuidwest logo mid west

bus bob

Indien er sprake is van een mobiel screeningscentrum (“de bus”) krijgt u een uitnodiging afhankelijk van de route en planning die de bus telkens aflegt. Afhankelijk van de route van het onderzoekscentrum ontvangt u de eerste uitnodiging in het jaar dat u 50 of 51 of 52 wordt.


Er is iets te zien op de borstfoto……. GEEN paniek!

Als u hebt meegedaan aan het Bevolkingsonderzoek naar borstkanker verdient u allereerst een compliment. Hoewel het percentage deelnemende vrouwen toeneemt, is er nog steeds een aantal dat de oproep negeert met alle mogelijke risico’s van dien. De opkomst verschilt per regio van 75% in de randstadregio – tot ruim 90% in enkele kleinere plaatsen buiten de Randstad. De volle 100% zal nooit worden bereikt aangezien er ook vrouwen zijn die niet hoeven deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek omdat ze reeds onder controle staan bij een specialist (mamma-chirurg) om uiteenlopende redenen.

Natuurlijk hoopt u dat bij u alles "normaal" is. Slechts ongeveer 2 % van alle deelneemsters krijgt het advies om voor nader onderzoek naar een ziekenhuis te gaan. Omdat met de verbeterde digitale fototechniek de kans dat er een afwijking wordt aangetroffen – waarvoor aanvullend onderzoek noodzakelijk is – groter is, worden er tegenwoordig meer vrouwen verwezen naar het ziekenhuis.

Indien u het bericht krijgt dat er bij u "iets is gezien" en u naar het ziekenhuis moet voor verder onderzoek is het goed u te realiseren dat bij ruim 70% van de verwijzingen bij nader onderzoek gelukkig GEEN sprake is van borstkanker ("vals alarm"). Desalniettemin geeft dit aanleiding tot zeer veel onrust en bezorgdheid.

Anderzijds kunt u ook stellen dat als er dan toch iets aan de hand zou zijn, men het beter maar vroegtijdig kan ontdekken zodat de kans van slagen van een behandeling alleen maar groter is.

Waar moet ik naar toe? Wat gaat er gebeuren?

U meldt zich bij uw huisarts die soms vooraf al telefonisch contact met u heeft opgenomen. Hij/zij zal u verwijzen naar de mammapoli en geeft u tevens een CD-Rom mee waarop de borstfoto’s van het bevolkingsonderzoek staan.

Bij de meeste ziekenhuizen kunt u hiervoor over het algemeen binnen 1-3 dagen terecht. U bezoekt eerst de mammachirurg en/of verpleegkundig specialist (nurse practitioner) die u een aantal vragen zal stellen en tevens een lichamelijk onderzoek van de borsten verricht. Het mammogram (borstfoto) hebt u meegenomen en wordt aldaar opnieuw beoordeeld. Indien nodig worden aanvullende foto’s gemaakt en een echografie. Als er inderdaad sprake is van een afwijking op de foto wordt er, meestal in samenspraak met de mammachirurg/nurse practitioner, aansluitend met een naald wat weefsel voor onderzoek afgenomen (punctiebiopsie) verricht op dezelfde dag of afgesproken voor bijvoorbeeld de daaropvolgende dag. De punctie vindt plaats op de röntgenafdeling.

Tijdens het bezoek op de chirurgische mammapolikliniek krijgt u de uitslag van het mammogram medegedeeld. Indien de uitslag van de punctie nog niet bekend is kan men u toch op basis van de foto’s al een eerste indruk geven of de gevonden afwijking waarschijnlijk wel of niet op borstkanker berust.

NB.: Alhoewel op de mammapoli de logistiek zodanig is geregeld om u op zo’n kort mogelijke termijn te helpen en u snel te informeren kan de gang van zaken plaatselijk verschillen met betrekking tot de planning. In diverse ziekenhuizen is een deel van de uitslag (dat wil zeggen goedaardig of kwaadaardig) dezelfde of de daaropvolgende dag reeds bekend.

BOBZ bus


De beoordeling van het Bevolkingsonderzoek-mammogram

De mammogrammen gemaakt bij bevolkingsonderzoek worden beoordeeld door hiervoor geschoolde screenings-radiologen (medisch specialisten). Zodra zij op een foto iets zien wat nader moet worden onderzocht (slechts ongeveer 2,3% van alle deelneemsters) krijgen de huisarts en de patiënt een bericht dat zij voor nader onderzoek naar een ziekenhuis moet gaan. Het is een lastige taak om bij de beoordeling niet te veel vrouwen te verwijzen die achteraf niets blijken te hebben. Anderzijds moet er naar worden gestreefd om in principe geen afwijkingen te missen. Het bevolkingsonderzoek beperkt zich tot een 2-tal opnames van elke borst. Aanvullend onderzoek of detailfoto’s zijn niet mogelijk.

Toegevoegde waarde van borstkankerscreening aan verbetering overlevingskansen

De sterfte aan borstkanker neemt de laatste decennia af. Al enige jaren bestaat er discussie wat het 2-jaarlijks bevolkingsonderzoek bijdraagt aan de verbetering van de overleving. Tegenstanders van het bevolkingsonderzoek beweren dat de verbeterde overleving vooral te maken heeft met de nieuwere chemotherapie die bovendien steeds vaker wordt voorgeschreven. Voorstanders van het bevolkingsonderzoek geven aan dat wanneer borstkanker vroegtijdiger wordt ontdekt, op het moment dat je nog geen knobbeltje voelt, de prognose sowieso beter is dan wanneer men zich pas meldt met een voelbare afwijking.
Anderzijds komt het ook voor dat een borstkanker zich openbaart tussen 2 momenten van screening in (zogenaamde intervalcarcinomen). Dit zouden dan tumoren zijn met wat ongunstigere kenmerken in tegenstelling tot de wat langzamere groeiers die ontdekt zouden worden door het bevolkingsonderzoek en op zich zelf al een betere prognose zouden hebben. Onlangs heeft een groep onderzoekers vanuit het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam een zinvolle bijdrage geleverd aan deze discussie. Zij toonden met behulp van een simulatieprogramma (MISCAN), speciaal ontwikkeld om screeningsprogramma’s te evalueren, aan dat screening een vergelijkbare verminderding (13-15%) geeft van de sterftekans als chemotherapie. Deze en andere studies dragen bij aan de onderbouwing om door te gaan met het bevolkingsonderzoek borstkanker maar wel kritisch de voor- en nadelen te blijven controleren.

In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 7 vrouwen in haar leven borstkanker. Vrouwen die regelmatig met het borstkankeronderzoek meedoen verlagen hun kans op overlijden aan borstkanker met ongeveer de helft. Het risico dat een Nederlandse vrouw van 50 jaar voor haar 80e aan borstkanker overlijdt is ongeveer 2,6%. Door screening wordt dit gehalveerd naar 1,3%. Een groep onderzoekers uit Denemarken (olv Prof Götzsche) heeft een voorlichtingsfolder opgesteld in 16 talen die de voordelen van de borstkankerscreening enigszins relativeert.

De waarde van het bevolkingsonderzoek zal altijd een bron van discussie blijven. De waarde van de screening is ook verschillend voor iedere vrouw apart. Momenteel kijken we alleen naar "leeftijd" als criterium om te screenen. Toch zijn er ook andere factoren die een rol spelen bij een al of niet verhoogde kans op het ontwikkelen van borstkanker: naast de bekende familiegeschiedenis zijn er bijvoorbeeld aanwijzingen dat vrouwen met dicht klierweefsel op het mammogram wellicht een wat hoger risico lopen. Wellicht dat we in de toekomst meer zullen gaan naar het ontwikkelen van gepersonaliseerde beslissingsmodellen om per individu een uitspraak te kunnen doen over het nut van screening en de frequentie. Tot die tijd is het bevolkingsonderzoek een goed alternatief.

Bron: Oncologie Up-to-date 2012 vol 3 ; 3; pagina 5)

Terug naar boven