Goedaardig knobbeltje in de borst

Woord vooraf

Borstafwijkingen bij vrouwen komen veel voor. Vaak zijn dit onschuldige afwijkingen, slechts in een minderheid van de gevallen betreft het kwaadaardige gezwellen. Toch is het nodig om bij een verandering aan de borst uit te laten zoeken wat er aan de hand is. Voor informatie over borstkanker wordt u verwezen naar andere pagina’s op deze website.

Inhoud

Inleiding

Op deze webpagina wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de bouw van de borst, goedaardige veranderingen in of aan de borst en de onderzoeken die soms nodig zijn om vast te stellen om welke aandoening het gaat. Met kennis van deze onderwerpen kunt u beter met uw arts meedenken en zelf meebeslissen over een eventuele behandeling.

Het is belangrijk u te realiseren dat uw persoonlijke situatie anders kan zijn dan beschreven.

De bouw van de borst

Onder de gladde huid van de borst voelt het bobbelig aan. Deze bobbeltjes zijn de melkklieren. Deze zijn over het algemeen vrij zacht en voelen in beide borsten hetzelfde aan. Samen vormen de melkklieren het borstklierweefsel. Om de melkklieren heen ligt vet- en bindweefsel, ook wel steunweefsel genoemd.

Bij de meeste vrouwen zijn de borsten niet gelijk: de ene borst is iets groter dan de andere, de ene tepel zit soms iets hoger dan de andere.

Sommige vrouwen hebben vlak voor de menstruatie gezwollen en pijnlijke borsten en voelen dan knobbeltjes. Over het algemeen zijn dit onschuldige verschijnselen die samenhangen met hormonale veranderingen in het lichaam.

Veranderingen in of aan de borst

De meest voorkomende verandering in de borst is een knobbeltje. Hiermee wordt een verdikking bedoeld die anders aanvoelt dan de bobbeligheid die normaal te voelen is. Knobbeltjes kunnen heel verschillend aanvoelen. Het kan een plek zijn die niet echt rond is en wat stugger en harder aanvoelt dan de rest van het klierweefsel. Het kan ook een kogelrond knobbeltje zijn dat als een knikker onder de vingers wegglijdt. In de meeste gevallen doet een knobbeltje geen pijn.

Naast een knobbeltje in de borst kunnen er zich ook andere afwijkingen voordoen:

  • Een verdikt strengetje naast de tepel
  • Deukjes of kuiltjes in de huid
  • Een tepel die sinds kort naar binnen trekt
  • Een verandering van de tepel waarbij verschijnselen optreden zoals: roodheid, schilfertjes en een soort eczeem
  • Vocht uit de tepel (waterig, melkachtig, soms ook wat bloederig)
  • Pijn in de borst op een plek waar ook het klierweefsel anders aanvoelt

Voor al deze veranderingen is medisch onderzoek aangewezen, want alleen dat kan uitwijzen of een verandering in of aan de borst goedaardig of kwaadaardig is.

Goedaardige tumoren

  • Fibroadenoom

fibroadenoom

Een veel voorkomende goedaardige tumor is een bindweefselknobbel (fibro-adenoom). Een fibroadenoom is een solide (vaste) afwijking die meestal scherp afgegrensd is van de rest van de borstklier (“F” op de foto). Deze knobbel ontstaat door wildgroei in het bindweefsel. Een fibroadenoom drukt het omringende weefsel opzij, maar tast gezonde cellen niet aan. Soms kun je het voelen als een gladde makkelijk wegschietende knikkervormige afwijking in de borst. Een echo is het ideale onderzoek om hem aan te tonen.


fibroadenoom_mx

Soms is een fibroadenoom ook heel duidelijk te herkennen op een mammogram. Omdat deze knobbel meestal voorkomt bij jonge vrouwen met compact klierweefsel (wit op een mammogram) valt het fibroadenoom niet zo erg op omdat het als het ware verscholen zit in het klierweefsel op de foto. Daarom is een aanvullende echo meestal nodig om het aan te tonen. Soms kan een punctie nodig zijn om de goedaardige aard te bevestigen. De grootte kan variëren van enkele millimeters tot meerdere centimeters. Fibroadenomen zijn op zichzelf goedaardig en zijn de meest voorkomende afwijking bij jonge vrouwen. In uitzonderingsgevallen kan zich ook een borstkanker ontwikkelen in een fibroadenoom. Er is in dit geval meestal sprake van een zeer snel groeiend fibradenoom.


  • Een vetweefselknobbel (lipoom)

Een lipoom is een goedaardige tumor die ontstaat vanuit het vetweefsel in de borst. Deze knobbel ontstaat door wildgroei in het vetweefsel. Een lipoom drukt het omringende weefsel opzij, maar tast gezonde cellen niet aan. Vetweefselknobbels, zijn in principe altijd goedaardig, voelen in het algemeen zacht aan en zijn makkelijk beweegbaar ten opzichte van de rest van het borstklierweefsel.

  • Cyste

cyste

Een cyste is een andere veel voorkomende goedaardige aandoening. Een cyste is een met vocht gevulde holte. Een cyste kan ontstaan door verstopping van een uitvoergangetje van een melkklier. Als de borsten gespannen zijn, is een cyste te voelen als een ronde, stevige knobbel. Er kunnen meer cysten in een of beide borsten voorkomen.


  • Mastopathie

Mastopathie is een verzamelnaam voor goedaardige aandoeningen in het klierweefsel van de borsten. Het borstklierweefsel voelt onregelmatig aan, er worden een of meer knobbeltjes, strengetjes, schijfjes of brokjes gevoeld. Ook kunnen de borsten heel gespannen zijn. Soms is er uitvloed uit de tepel(s). Mastopathie kan voorkomen in één borst of in beide borsten. Veel vrouwen hebben er met name voor de menstruatie last van, anderen altijd.

Onderzoek in het ziekenhuis

Bij veranderingen in of aan de borst is na het lichamelijk onderzoek van de borsten (inspectie en bevoelen) vaak verder onderzoek nodig. Dat onderzoek vindt plaats in het ziekenhuis.

  • Mammografie

mammografie apparaat

Bij dit röntgenonderzoek moet de borst worden plat gedrukt. Dit is erg onplezierig, maar het is nodig om een scherpe afbeelding van het borstweefsel te kunnen maken. Bij een mammografie worden er altijd foto’s van beide borsten gemaakt. Op deze borstfoto’s zijn vaak al hele kleine veranderingen te zien, zelfs als ze nog niet eens voelbaar zijn.


  • Echografie

Bij een echografie wordt met behulp van geluidsgolven een afbeelding van de borsten gemaakt. Dit levert informatie op over de verschillende weefsels in de borst. Op deze manier kan een arts bijvoorbeeld een cyste onderscheiden van een andersoortige knobbel. Vooral bij jonge vrouwen kan een echografie meer informatie geven dan de mammografie. Dat komt, omdat de structuur van het jonge borstklierweefsel vaak geen betrouwbare beoordeling van de mammografie toelaat.

  • MR-Mammografie (MRI-scan)

mr_mammografie

Bij een MRI-scan wordt in plaats van röntgenstraling gebruik gemaakt van elektromagnetische signalen afgegeven door waterstofatomen, normaal aanwezig overal in het lichaam. Door middel van magneetvelden kunnen afbeeldingen worden gemaakt die heel anders zijn dan de vertrouwde afbeeldingen zoals op het gewone mammogram. De beoordeling hiervan vereist speciale expertise van de radioloog. Naast het feit dat hier geen röntgenstraling wordt gebruikt hoeft de borst ook niet te worden geplet tussen twee kunststofplaten. Vooral bij vrouwen die hier extreem veel last van ondervinden kan dit een uitkomst zijn. U ligt op uw buik met de borsten in 2 voorgevormde cups. Het onderzoek neemt ruim een half uur in beslag. Een nadeel is het feit dat de wachttijd hiervoor langer kan zijn dan een gewoon mammogram en omdat het kostbaar apparaat voor uiteenlopende onderzoeken kan worden gebruikt.


Verder onderzoek

Op grond van de uitkomsten van de eerste onderzoeken (inspectie en bevoelen, de mammografie en eventueel een echografie) kan een chirurg bepalen of er verder weefselonderzoek nodig is. Vaak wordt er in dat geval een cytologische of histologische punctie verricht.

  • Cytologische punctie met dunne naald

Bij een cytologische punctie worden uit een knobbeltje met behulp van een dunne naald weefselcellen en/ of vocht opgezogen. Het opgezogen materiaal wordt onderzocht onder de microscoop. Het microscopisch onderzoek kan meer informatie geven over de aard van het knobbeltje: of het om een goedaardig of een kwaadaardig knobbeltje gaat.

Bij een cyste kan deze met een punctie geheel worden leeggezogen. De borstafwijking is dan meteen behandeld. Dit vocht hoeft niet te worden onderzocht (bevat geen cellen).
Een cytologische punctie gebeurt poliklinisch op de röntgenafdeling en er is geen verdoving voor nodig.

  • Echogeleide histologische punctie (weefselbiopsie) met dikkere naald

histologische punctie

Een dikke naald biopsie maakt het mogelijk om een heel klein stukje (pijpje) weefsel weg te nemen uit het gezwel. Het onderzoek gebeurt poliklinisch op röntgenafdeling en vaak wordt de huid verdoofd. De punctie gebeurt onder echografische controle indien de afwijking hiermee zichtbaar is (zoniet dan onder een mammografieapparaat of MRI (stereotactisch)).


Met deze techniek is men in staat om zelfs zeer kleine afwijkingen tot 5 mm trefzeker aan te prikken. Hierdoor is het verrichten van een diagnostisch excisiebiopt onder narcose (operatie in de borst om een diagnose te verkrijgen) vrijwel nooit meer nodig. De volledige uitslag die hiermee kan worden verkregen is meestal na 2 – 3 werkdagen bekend. In sommige ziekenhuizen is een deel van de uitslag, goedaardig of kwaadaardig, al dezelfde of de daaropvolgende dag bekend. (Indien er sprake blijkt te zijn van borstkanker kijk dan op aparte webpagina’s op deze website ).

  • Stereotactische (met mammogram) histologische punctie (weefselbiopsie) met dikkere naald

stereotact punctie

Als er met de echo geen knobbeltje zichtbaar is in de borst kan met behulp van een speciaal mammografisch onderzoek toch een punctie worden verricht terwijl u op uw buik op een speciale tafel ligt. Nadat de mammogrammen zijn gemaakt, analyseert men de beelden om de exacte plaats van het gezwel te lokaliseren. Daarna wordt met een dikkere naald weefsel verwijderd. Het onderzoek kan poliklinisch gebeuren en de huid wordt verdoofd voorafgaand aan de punctie.


Behandeling

Afhankelijk van de aard van het knobbeltje of de verandering in of aan de borst en de klachten die er zijn, wordt in gezamenlijk overleg besloten welke behandeling het beste is. Soms kan worden volstaan met een regelmatige controle door de patiënt zelf of op de mammapoli. In andere gevallen kan het beter zijn om het knobbeltje of de verandering in of aan de borst operatief te verwijderen.

Een vetweefselknobbel (lipoom) hoeft niet te worden verwijderd. Controle door een arts is niet noodzakelijk.
Een cyste kan bij klachten eventueel worden leeg gezogen via een punctie met een naald. Soms komen ze weer terug en dan kan de procedure worden herhaald.

Als een punctie heeft aangetoond dat er sprake is van een fibroadenoom (bindweefselknobbel) hoeft dat in principe niet te worden verwijderd.

Redenen om toch tot een operatieve verwijdering te besluiten kunnen als volgt zijn:

  • plotse snelle groei, diameter groter dan 3-5 cm
  • wens van patiente

fibroadenoom_operatie1

Zoals op de foto getoond wordt de gladde zwelling (witte pijl) uit de borstklier verwijderd via aan kleine insnede (incisie).


fibroadenoom_operatie2

Op de foto ziet u een verwijderd stukje borstklierweefsel met een glad, afgekapselde zwelling (witte pijlen); het fibroadenoom.


fibroadenoom_operatie3

De chirurgische incisie wordt indien mogelijk zo dicht mogelijk bij de rand van de tepelhof geplaatst en gesloten met een "cosmetische" hechting (intra-cutaan).

N.B.: Op de foto ziet u een vers litteken van net 1 week oud. De hechtdraad is iets aangetrokken zodat de wond nog beter sluit. Meestal wordt een oplosbare hechting gebruikt. Na enkele weken vervaagt dit tot een ongerimpeld streepje en is er van dit litteken nauwelijks nog iets zichtbaar!!


Als het fibroadenoom niet al te groot (4-5 cm) en goed bereikbaar is (niet vlak onder huid of ondder de tepel), is het in sommige ziekenhuizen mogelijk dit te verwijderen of te verkleinen via een sneetje in de huid (de zogenaamde MIRABEL procedure).
De behandeling vindt plaats onder begeleiding van echografie en met een biopsienaald. De biopsienaald is verbonden met een vacuümzuiger. Er wordt steriel gewerkt en de omgeving van de borst wordt steriel afgedekt. De borst zelf wordt gedesinfecteerd. Daarna krijgt u een plaatselijke verdoving. Door de verdoving zullen de bloedvaatjes vernauwen en dat is een voordeel. Hierdoor wordt bloedverlies zoveel mogelijk voorkomen. Vervolgens kan er via een klein sneetje in de huid de biopsienaald worden ingebracht. Het fibroadenoom wordt nu reepje voor reepje verwijderd door de biopsienaald met de vacuümzuiger. Dit systeem maakt tijdens de hele procedure een brommend geluid. De behandeling gaat door totdat het fibroadenoom niet of nauwelijks meer zichtbaar is.

Terug naar boven