Voorbereiding operatie dikke darmkanker

Voorbereiding voor de operatie.

Voor de operatie wordt de dikke darm enigermate leeggemaakt. Dat gebeurt meestal met enkele clysma’s en/of laxeermiddelen. Het volledig schoon spoelen (lavage) door middel van het drinken van enkele liters speciale licht gezouten vloeistof (Klean Prep) wordt tegenwoordig niet meer zo vaak toegepast. Soms kan uw chirurg toch een voorkeur hebben om dit voor te schrijven op basis van zijn eigen succesvolle ervaring en voorkeur. U kunt dat met uw chirurg bespreken. Als er een ernstige verstopping is of u acuut geopereerd moet worden, kan dit leegmaken van de darm niet plaatsvinden.

In het kader van zogenaamde "versneld herstel"-schema’s (ERAS: Enhanced Recovery After Surgery) wordt darmvoorbereiding (lavage zoals hierboven vermeld) zoveel mogelijk achterwege gelaten en mag u tot 2 uur voor de ingreep nog water en koolhydraat verrijkte drank drinken om uitdroging tijdens en na de operatie te voorkomen.

Voorafgaand aan een operatie aan de dikke darm krijgt u antibiotica om infecties zo veel mogelijk te voorkomen.

De beharing van de buik en vaak ook ter hoogte van de schaamstreek wordt weggeschoren.

De operatie

Voor een operatie aan de dikke darm moet u worden opgenomen en de operatie wordt verricht onder algehele anesthesie ("narcose"), meestal aangevuld met een verdoving via een prik in de rug (ook gebruikt voor post-operatieve pijnbestrijding).

De soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van de afwijking in de dikke darm. Hoe lang zo’n operatie duurt zal afhangen van de omstandigheden, maar meestal duurt dit 2 a 3 uur.

Nadat het aangedane darmdeel is verwijderd zal men altijd proberen de resterende darmdelen weer met elkaar te verbinden. Een dergelijke verbinding noemt men een darmnaad/-anastomose. De anastomose kan met naald en speciale draad worden aangelegd, met speciale niet-apparatuur en soms door een combinatie van beide technieken. Van te voren kan de chirurg u wel globaal de te verwachten operatieprocedure uitleggen.

Bij een gezwel of ontsteking (diverticulitis) in het laatste deel van de dikke darm of in het bovenste deel van de endeldarm kan de kwaliteit van het darmdeel zo slecht zijn dat het niet veilig is om de resterende darmdelen weer met elkaar te verbinden. Het deel van de darm waarin zich het gezwel of de ontsteking bevindt, wordt dan verwijderd. Het onderste uiteinde van de darm wordt dan gesloten en van het bovenste uiteinde maakt de arts een stoma (zie webpagina Stoma). Dit stoma is vaak tijdelijk.

Zit de afwijking heel laag in de darm, dichter dan ongeveer 2 a 3 cm van de anusopening zodat ook de anus moet worden weggenomen dan kan er geen anastomose meer gemaakt worden, . In dat geval moet er een eindstandig en blijvend colostoma (zie webpagina Stoma) worden aangelegd.

Stoma

Soms is het nodig bij een dikke darmoperatie een stoma (darmuitgang op de buik) aan te leggen. Dit stoma kan tijdelijk of blijvend zijn. Een tijdelijk stoma wordt aangelegd uit voorzorg indien de chirurg de indruk heeft dat de darmnaad nog even wat tijd moet krijgen om goed te genezen vooraleer alle ontlasting mag passeren. U krijgt hiervoor tevens een afspraak bij de stomaverpleegkundige die u van alle details rond de zorg voor een stoma op de hoogte brengt.(Kijk op aparte webpagina Stoma)

Mogelijke complicaties.

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is er ook bij operaties aan de dikke darm de normale kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondinfectie.

Wondinfecties geven aanleiding tot een vertraagde wondgenezing. Zij komen bij kijkoperaties (laparoscopische chirurgie) mogelijks iets minder vaak voor. In bepaalde situaties wordt de huid na een dikke darm operatie soms bewust opengelaten om wondinfecties te voorkomen.

Bij operaties aan de dikke darm kan zich ook nog een specifieke complicaties voordoen: een lekkage van de darmnaad (de anastomose) (NL: 6-10%). Vaak moet in geval van zo’n ernstige complicatie een nieuwe operatie volgen, waarbij de anastomose wordt losgemaakt en een (in principe tijdelijk) stoma wordt aangelegd. Indien er sprake is van een minimale lekkage met weinig ontsteking in de omgevende weefsels kan soms gekozen worden om er opnieuw een drain bij te plaatsen (operatief of via een procedure op de Röntgenafdeling) en frequent te spoelen. In dit geval kan uw chirurg er voor kiezen om voor de zekerheid een tijdelijk dubbelloops stoma op een hoger deel van de dikke darm (dubbelloops colostoma) of dunne darm (dubbelloops ileostoma) aan te leggen. Bij een gunstig herstel kan dit stoma na enkele weken weer worden teruggelegd/opgeheven; extra operatie.

Bij mannen, die een uitgebreide endeldarmoperatie hebben ondergaan, treedt soms blijvende impotentie op. Soms is het niet te vermijden dat bij dit soort operaties de zenuwen naar de geslachtsdelen worden beschadigd. Zelfs als ze wel kunnen worden gespaard is het toch mogelijk dat er zich impotentie voordoet.

Daarnaast kan als gevolg van enige zenuwschade of de manipulatie van de blaas tijdens de operatie, een blaasontlediging-stoornis optreden (moeite om volledig uit te plassen). Dergelijke stoornissen op dit gebied zijn meestal van tijdelijke aard en soms moet u daarvoor (tijdelijk) extra medicijnen gebruiken.

Na de operatie

Direct na de operatie bent u door een aantal slangen verbonden met apparaten. Dat kunnen zijn:

  • Eén of twee infusen voor vochttoediening.
  • Een dun slangetje in uw rug voor pijnbestrijding.
  • Een sonde door uw neus, die via de slokdarm in de maag ligt en ervoor zorgt dat het overtollige maagsap wordt afgezogen.
  • Een drain in uw buik voor afvoer van eventueel bloed en inwendig wondvocht.
  • Een blaascatheter voor afloop van urine.

Al naar gelang uw herstel na de operatie worden al deze hulpmiddelen de een na de ander verwijderd.

Al vrij snel na de operatie mag u weer een normaal dieet gebruiken aan de hand van zogenaamde "versneld herstel"-schema’s (ERAS: Enhanced Recovery After Surgery). Hierbij worden ook het infuus en andere slangetjes vlot verwijderd in de dagen na de operatie. Tevens wordt u geholpen om weer vlot uit bed te komen en wat te lopen op de afdeling. Bovendien krijgt u laxeermiddelen zodat de darm sneller op gang komt. Dit alles kan aan uw persoonlijke situatie worden aangepast en waarbij u zelf aan kunt geven wat u al wel en wat u nog niet kunt verdragen.

De uitslag van het weefselonderzoek

De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde darmweefsel is na ongeveer 1 week bekend en wordt met u besproken. Indien u dan reeds naar huis ontslagen bent volgt het gesprek op het poliklinisch spreekuur op afspraak. Als u de aanwezigheid van een familielid bij het vernemen van de uitslag op prijs stelt, is het verstandig dat van tevoren met uw arts te bespreken. Naar aanleiding van deze bevindingen kan een aanvullende behandeling zoals radiotherapie of chemotherapie worden geadviseerd. Hierover zult u in het ziekenhuis of poliklinisch uitvoerig informatie ontvangen.

Nabehandeling: Chemotherapie (klik hier om naar de speciale pagina te gaan)

Indien er bij weefselonderzoek van het verwijderde dikke darmgedeelte uitzaaiingen in de tevens verwijderde lymfeklier(en) wordt(en) aangetoond, zijn die weliswaar verwijderd, maar geeft dat aan dat de kwaadaardige tumor zich reeds aan het uitzaaien was. Hierdoor is de kans dat er zich in de toekomst elders (bv. in de lever) uitzaaiingen voordoen (“terugkomst van de ziekte”) groter in vergelijking met wanneer dat niet het geval is. Uit diverse medische onderzoeken is vast komen te staan dat een nabehandeling met chemotherapie in dat geval de kans op terugkomst aanzienlijk kan verkleinen waardoor een verbetering van de prognose. De soort chemotherapie zal worden besproken door de internist-oncoloog. Aangezien er steeds betere medicijnen op de markt komen kan het zijn dat u, indien u daar in aanmerking voor zou komen, een andere medicijncocktail krijgt voorgeschreven dan een patient die jaren geleden voor een gelijkaardige aandoening is behandeld.

Het ontslag

Als alles goed gaat kunt u in het algemeen binnen 5 a 7 dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Na ontslag zet het genezingsproces zich voort en bent u meestal nog niet meteen “de oude”. Afhankelijk van uw leeftijd, conditie, aard van de aandoening, soort ingreep en eventuele nabehandeling (chemotherapie), kan het herstel enkele weken tot maanden duren. Er zijn meestal geen beperkingen met betrekking tot eetgewoonten en de normale lichamelijke activiteiten. Als stelregel geldt dat men mag doen wat men denkt aan te kunnen waar bij u "luistert naar uw eigen lichaam". Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt die vanuit het ziekenhuis geregeld.

Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld zal zijn, is moeilijk aan te geven. Dat zal afhangen van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en hoe u zich op dat moment voelt.

Hoelang u poliklinisch moet worden gecontroleerd, hangt natuurlijk samen met de aard van uw ziekte.

Hoe vaak moet ik naar de toilet na de operatie

De dikke darm heeft het vermogen om veel vocht uit de vloeibare ontlasting op te nemen. De ontlasting krijgt hierdoor een vastere vorm. Indien er een stuk van de dikke darm is verwijderd kan afhankelijk van de grootte van het verwijderde deel en het gedeelte dat verwijderd is, het achtergebleven deel dit compenseren. Met name indien het rechter deel van de dikke darm is verwijderd zal uw ontlasting over het algemeen nog een vrij vaste vorm hebben (soms iets zachter). Over het algemeen merkt u dat u wel iets vaker naar de toilet moet omdat de ontlasting sneller passeert. Met name indien een deel van de endeldarm is verwijderd merkt u niet alleen dat u meer last heeft van diarrhee maar bovendien na een periode van aanpassing (soms 20 keer per dag kleine beetjes) uiteindelijk 4 – 6 keer per dag naar de toilet moet gaan. Soms is het ophouden van de ontlasting ook wat moeilijker geworden omdat het reservoir (endeldarm) ontbreekt zodat u vrij snel naar de toilet moet gaan op het moment dat u het voelt aankomen. Een aanpassing van uw dieet (vaak door eigen ervaring uit te testen) en hulp van een diëtiste kunnen in sommige situaties enig soelaas bieden. Soms zijn medicijnen nodig.

Wilt u meer weten over aandoeningen van de dikke darm dan kunt u ook contact opnemen met de MaagLeverDarm Stichting

Bij het opstellen van deze webpagina’s over de diagnostiek en behandeling van dikke darmkanker werd gebruik gemaakt van de richtlijn "Colo-rectaal carcinoom 2014"
Voor het gebruik van foto’s van patiënten werd toestemming verkregen. Voor het gebruik van beeldmateriaal van andere websites werd toestemming aangevraagd/verkregen.

Terug naar boven