Liespijn

Liespijn na eerdere buikwandchirurgie

Inleiding

Deze webpagina geeft u een globaal overzicht van liespijn of pijn in de onderbuik die kan ontstaan na een liesbreukoperatie of een keizersnede. Tevens worden de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden besproken. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor iedereen weer anders kan zijn.

Nota bene: Het pijnsyndroom zoals hier beschreven kan ook optreden op andere plaatsen in de buikwand zonder dat een operatie heeft plaatsgevonden en staat bekend als ACNES. Klik hier voor informatie over ACNES.

Bij het opstellen van de tekst is met toestemming gebruik gemaakt van de content van de website liespijn.nl.

Liespijn na liesbreukoperatie of keizersnede

liespijn_cc

Liespijn na een liesbreukoperatie komt nogal vaak voor: bij de mannen tot 11% en bij de vrouwen tot 7%.
In meer dan de helft van die gevallen berust het pijnsyndroom op een beknelling of beschadiging van een van de drie lieszenuwen de nervus genitofemoralis (1), de nervus ilioinguinalis (2) en de nervus iliohypogastrica (3)(zie figuur).
De zenuwen lopen vanuit het ruggemerg tussen de spierlagen naar de voorzijde van de buikwand. De pijlen geven de plaats aan waar de zenuw vanuit het lieskanaal (rode pijl op figuur) naar meer oppervlakkige lagen – het onderhuids bind- en vetweefsel – verloopt. In het lieskanaal loopt de zaadstreng naar de balzak (scrotum).

bron: Sobotta/Becher Atlas of human anatomy 1975; bewerkt door www.chirurgenoperatie.nl (Copyright 2014)


Neuropathische pijn

Pijn is in ons lichaam bedoeld als waarschuwingssignaal voor een (dreigende) beschadiging van lichaamsweefsel. Bijvoorbeeld vastpakken van een te heet voorwerp. Dit type pijn noemen we nociceptieve pijn (letterlijk: “schade waarneempijn”).

Indien echter, om wat voor reden dan ook, de zenuw zelf beschadigd is en vervolgens pijnsignalen gaat afgeven, spreken we van neuropathische pijn (lett.: pijn veroorzaakt door een zieke zenuw). Deze pijn heeft geen echte functie en is vooral zeer hinderlijk.

Neuropathische pijn kan ontstaan indien bij een eerdere liesbreukoperatie een of meerdere lieszenuw(en) vast zijn komen te zitten in ofwel het geplaatste kunststofmatje, ofwel de hechtingen ofwel het littekenweefsel zelf. Hetzelfde kan gebeuren bij vrouwen die een dwars keizersnede litteken (bikini lijn) hebben: de zenuw die precies in de zijkant/hoek van dit litteken loopt, kan in de loop van de tijd bekneld raken.

Klachten

Patiënten klagen over een brandende, soms stekende messcherpe pijn in de lies. De pijn kan uitstralen naar de binnenzijde van het bovenbeen of voorzijde van het been, de schaamstreek (het scrotum bij de man of de teelbal, de schaamlip bij de vrouw) en soms naar de rug.

De pijn kan bij vlagen voorkomen, maar kan ook constant aanwezig zijn met af en toe heftige scheuten. De pijn kan verergeren afhankelijk van een bepaalde houding (bijvoorbeeld bij zitten of juist uitrekken), of erger worden bij hoesten of niezen en pas verdwijnen als men rustig ligt.

Sommigen kunnen niets hebben in de lies, de broek zit lastig of te strak en aanraken van de huid wordt als vervelend ervaren. De pijn heeft ook invloed op het seksleven. Soms is een zaadlozing bij mannen, of een orgasme extra pijnlijk, hetgeen na het vrijen soms wel een half uur kan aanhouden.

Er bevindt zich meestal in het littekengebied een extreem pijnlijk punt dat bij drukken de pijn kan opwekken. Patienten kunnen dat vaak met 1 vinger aanwijzen.

Lichamelijk onderzoek

De arts zal uw lies en geslachtsorganen onderzoeken (inwendig onderzoek niet nodig) en nakijken op littekens. Daarna wordt de huid getest op gevoelskwaliteiten, met een eenvoudig wattenstaafje en koud gaasje. Eigenlijk blijkt het gevoel in de huid van het gebied rond de lies verstoord en waarbij patiëten het huidgebied er omheen vaak als "dof / doof" of met minder gevoel ervaren.

Vervolgens wordt gezocht naar een "triggerpunt": het maximale pijnpunt. Indien dit gevonden wordt is het nuttig, mede om de diagnose te bevestigen, om een daar precies een injectie met een verdoving te plaatsen (diagnostische injectie). Meestal kan men binnen 10-15 minuten al het effect beoordelen.

Soms (na liesbreukchirurgie) is niet zenuwbeknelling het probleem, doch de aanwezigheid van de kunststofmat zelf in de lies, die op de omgevende structuren drukt. Uiteraard wordt bij het lichamelijk onderzoek gekeken naar eventuele andere oorzaken van de pijn, zoals een nieuwe ("recidief") liesbreuk, etc.. De lijst van mogelijke liespijnoorzaken is immers uitgebreid.

Behandelingsmogelijkheden

Gewone pijnstillers als paracetamol en naprosyne (of diclofenac) en zelfs morfine, helpen eigenlijk niet of nauwelijks.

Indien er sprake is van een beknelde zenuw die de voordurende bron van pijnsignalen is, kan geprobeerd worden deze uit te schakelen met een combinatie injectie. Deze bestaat uit diverse stoffen: een verdovingsmiddel, een bind- en littekenweefsel oplossend middel (corticosteroïden). Een dergelijke injectie wordt gezet rondom de zenuw in het zogenaamde triggerpunt.

Indien injecties niet helpen, kan gekozen worden voor een operatie. Hierbij wordt de beknelde zenuw opgezocht, vrijgemaakt uit het omgevende littekenweefsel of de kunststofmat en naar de zijkant toe tot in gezond spierweefsel doorgeknipt en verwijderd.

Soms schrijft uw chirurg medicijnen voor bij die patiënten die niet met bovenstaande opties geholpen kunnen worden. Het betreft dan specifieke pijnstillers, werkzaam tegen neuropathische pijn: bijvoorbeeld Lyrica, tryptizol.

Als dit allemaal niet voldoende helpt kan u ook worden verwezen naar een pijnteam. Anesthesisten met speciale aandacht voor pijnbehandeling kunnen u dan behandelen met behulp van andere behandelmogelijkheden. Hierbij kan gedacht worden aan: zenuwstimulatie via de huid met stroompjes: Transcutane Elektro Nervus Stimulatie (TENS); injecties langs de wervelkolom; of Pulsed Radio Frequentie (PRF): een andere vorm van zenuwuitschakeling met een soort stroompjes en diverse soorten medicijnen.

Resultaten

De resultaten van de injecties variëren. Bij patiënten na een eerdere liesbreukoperatie komt het wel eens voor dat na een zogenaamde diagnostische injectie met alléén een verdovingsmiddel de pijn langdurig wegblijft. Ook na een eerdere keizersnede kan dit het geval zijn. Dit kan bij ongeveer 10 % van deze patiënten reeds voldoende zijn. Aanvullende injecties met corticosteroïden kunnen bij nog eens 10% extra pijnverlichting geven.

Indien tot operatie moet worden overgegaan, worden door chirurgen die hierin zijn gespecialiseerd onderstaande resultaten gemeld:

Na een liesbreuk met kunststof matje:

  • 50–55% uitstekend tot goed
  • 25% redelijk
  • 20-25% slecht(er)

Bij de mensen met een keizersnede-litteken zijn de resultaten over het algemeen iets beter:

  • 70–75% uitstekend tot goed
  • 15% redelijk
  • 10-15% slecht(er)

Bron: Proefschrift Dr M. Loos: “Surgical management of chronic inguinal pain syndromes” 2011.

Waar kunt u zich laten behandelen?

Uw eigen chirurg kan de diagnose meestal zelf stellen en ook een diagnostische en of aanvullende injectie met corticosteroïden zetten. Bij kennis van de problematiek zijn velen ook in staat om door middel van een operatie u van uw klachten af te helpen.

Onderstaande chirurgengroepen hebben zich toegelegd op deze operatieve behandeling:

Surgipoort dankt dr. R.M.H. Roumen, oncologisch-gastroenterologisch chirurg in het Máxima Medisch Centrum Veldhoven/Eindhoven, voor het redactioneel commentaar en de toestemming voor het gebruik van content van de website liespijn.nl bij het opstellen van deze webpagina.

Terug naar boven